Laaggeletterd in Almere: “Ik gebruikte smoesjes om niet te hoeven praten, omdat ik de Nederlandse taal niet goed genoeg dacht te beheersen.”
‘Ik ben mijn bril vergeten’ is een van de smoesjes die laaggeletterden gebruiken. De signalen zijn vaak lastig te herkennen. In Almere is maar liefst vijftien procent laaggeletterd. Volgens Stichting Lezen en Schrijven kan dit voor problemen zorgen op het gebied van werk, gezondheid en communicatie. Wat doet Almere om de laaggeletterdheid te bestrijden?
​
Het is donderdagochtend tien uur ’s ochtends en het is rustig in de Nieuwe Bibliotheek in Almere-stad. Op de tweede verdieping stromen de eerste mensen binnen, het taal- en thee uurtje is begonnen. Een vrouw van middelbare leeftijd gaat op de laatste beschikbare stoel zitten. De taalvrijwilliger vraagt aan haar hoe het gaat en of ze nog vrijwilligerswerk doet. De vrouw kan al redelijk goed Nederlands spreken en ze vertelt wat ze die dag heeft meegemaakt. De bibliotheek in Almere organiseert elke maandag- en donderdagochtend een taal- en thee uurtje. Het taalcafé (Taal en Thee) is vooral bedoeld voor mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben. Een andere eis is dat iemand minimaal taalniveau A1 heeft. Dat betekent dat iemand de basiswoordenschat kent, eenvoudige zinnen kan begrijpen en een gesprekje kan voeren.
Een van de taalvrijwilligers die altijd helpt op de donderdagochtend is Maame Baffo uit Ghana. Ze woont al twaalf jaar in Nederland. De taal heeft ze vooral geleerd door haar kinderen, en daarnaast bekeek ze veel kinderprogramma’s om de taal te leren. Daarna ging ze naar het ROC om de Nederlandse taal nog beter te leren. De grammatica leerde ze heel snel en binnen anderhalf jaar was ze geslaagd. Maame durfde geen Nederlands te spreken. Ze was erg onzeker. “Ik was bang dat ik fouten ging maken en dacht dat niks goed genoeg was”, vertelt Maame. Sinds januari is ze in contact gekomen met Polly Rademaker, de coördinator laaggeletterdheid en inburgering van de Nieuwe bibliotheek, om taalvrijwilliger te worden.
Er zijn twee verschillen. Hierbij worden de termen nt1’ers en nt2’ers gebruikt. Nt1 staat voor Nederlands als eerste taal, dit zijn autochtonen die in Nederland geboren en getogen zijn. Nt2 staat voor Nederlands als tweede taal, dit zijn mensen met een migratieachtergrond. Hoe zit het dan met de nt1’ers? Er heerst heel veel schaamte en mensen kunnen dit goed verdoezelen. Ze hebben vaak een goed netwerk waardoor ze hulp krijgen en zo wordt ook niet snel opgemerkt dat iemand laaggeletterd is. “De meeste laaggeletterde autochtonen laten niet merken dat ze problemen hebben met de taal. Als ze dan toch in het openbaar in de problemen komen gebruiken ze een smoesje. ‘Ik ben mijn bril vergeten’ wordt vaak gebruikt als iemand vraagt om iets voor te lezen of op te schrijven”, vertelt Polly.
Oorzaken laaggeletterdheid
In sommige gezinssituaties wordt er weinig aandacht besteed aan taal, het is belangrijk om taal zo goed mogelijk te stimuleren en te herhalen. Het leren van de taal begint al van jongs af aan. In veel buitenlandse gezinnen is het niet gebruikelijk om kinderen voor te lezen. Bij nt2’ers is het duidelijk hoe het komt dat ze moeite hebben met taal. Zij komen uit een ander land en ze moeten de taal leren. Nt2’ers zijn ook alleen maar laaggeletterd in de Nederlandse taal, ze zijn dus niet laagopgeleid. In Kazachstan heeft Aya haar Nederlandse man ontmoet op een tentoonstelling. Aya is nu twee jaar in Nederland en ze is volop bezig met het leren van de Nederlandse taal. Sinds kort doet Aya vrijwilligerswerk bij de Floriade en bij de kunstlinie in Almere. “Ik wil graag meer ervaring opdoen en meedoen in de maatschappij. Ik ben nieuwsgierig en wil meer weten over planten en milieu. Bij de kunstlinie mag ik helpen bij de garderobe en ik mag elke voorstelling zien”, zegt Aya.
Er kunnen naast de opvoeding ook andere oorzaken zijn waardoor iemand laaggeletterd wordt. Het kan zijn dat mensen hun school niet hebben afgemaakt vanwege een bepaalde redenen. Er zijn mensen die al vroeg bij een bedrijf gaan werken en niet voldoende onderwijs hebben gehad. Taal moet je opbouwen en blijven oefenen, maar als dat niet gebeurt ontstaat er een taalachterstand. “Je ziet bij heel veel gezinnen waar de ouders hun kinderen niet voorlezen dat er een taalachterstand ontstaat. Voorlezen is heel belangrijk ook als kinderen al wat groter zijn”, legt Polly uit.
​
“Het Nederlandse schoolsysteem is zo dat je in groep drie begint met het leren van lezen en schrijven. Een kind leert elke dag een letter en een klank. Als er op dat moment iets gebeurt met het kind of de omgeving dan mist het kind die klank en letters. De kans is dan groot dat het kind achter gaat lopen. De achterstand inhalen in een klas met 25/30 kinderen is lastig. Eén op de vier kinderen heeft een taalachterstand in groep acht van twee jaar. De kans dat zij laaggeletterd worden later is heel groot”, legt Trudy de Moel van Stichting Lezen en Schrijven uit.
Bij een nt1’er kan het ook verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat iemand eerder van school gaat. Het kan ook zijn dat het niet lukt om de taal te leren. De leerbaarheid is bij iedereen anders en als iemand niet op het goede onderwijsniveau zit dan is dat niet stimulerend genoeg. Er is een stimulans nodig om te taal te leren. Er heerst ook veel schaamte. Veel mensen zijn zich niet zo bewust dat ze laaggeletterd zijn. Veel laaggeletterden wonen in de grote steden, waar zo veel verschillende nationaliteiten wonen. Er is ook een grote groep die nep nieuws voor waarheid aanneemt. Ze kunnen het zelf ook niet controleren. Het heeft veel meer gevolgen.
In 2020 had 43,8% van de bevolking in Almere een migratieachtergrond (CBS, 2021). Dat kan een verklaring zijn waarom het percentage zo hoog is.
Cijfers laaggeletterdheid van gemeente Almere
Lichtblauw: Almere
Donkerblauw: Nederland
Bron: Geletterdheidinzicht